Woordenlijst

Hieronder vind je meer uitleg over vaktermen over militaire architectuur, natuur en geschiedenis.

Arsenaal

Een gebouw waar wapens en munitie geproduceerd, hersteld, opgeslagen en/of uitgedeeld werden.

Synoniemen: arsenalen

Bastion

Een bolwerk, een uitspringend verdedigingswerk van aarde of steen, onderdeel van een vesting of een fort.

Synoniemen: bastions

Batterij

Opstelplaats voor een groep geschut van dezelfde makelij.

Synoniemen: batterijen

Bedekte weg

Doorlopende weg rond de buitenzijde van de fortgracht, aan de veldzijde gedekt door het buitenglacis.

Synoniemen: bedekte wegen

Binnenglacis

Aarden helling die het reduit aan het oog onttrekt.

Biotoop

Een ruimtelijk min of meer homogeen gebied waarin bepaalde dieren en planten kunnen leven en zich voortplanten.

Synoniemen: biotopen

Buitenglacis

Flauw aflopende aarden helling die de bedekte weg aan de veldzijde dekt.

Caponnière

Uitbouw waarop flankerend geschut opgesteld wordt om de fortgracht onder vuur te nemen in een fort met een polygonaal stelsel.

Synoniemen: caponnières

Caponnière (halve)

Plek om geschut op te stellen om de fortgracht onder vuur te nemen, met slechts één flank.

Synoniemen: caponnières (halve) halve caponnière halve caponnières

Caponnière (revers)

Plek om geschut op te stellen aan de keelzijde, om een doorgedrongen vijand in de rug onder vuur te nemen.

Synoniemen: caponnières (revers) reverse caponnière reverse caponnières

Castrum

Latijns woord voor militair fort.

Citadel

Een zelfstandig vestingwerk binnen of tegen een vesting gelegen, dienend als reduit en/of als dwangburcht.

Synoniemen: citadels

Courtine

Het gedeelte van de wal tussen twee bastions.

Synoniemen: courtines

Demi-lune

Een driehoekig of redanvormig buitenwerk, midden voor een vestingfront gelegen, om de courtine, toegangspoort en de schouderhoeken van de naastliggende bastions te dekken tegen vijandelijk vuur.

Synoniemen: demi-lunes

Escarpe

Talud van een gracht, soms met muren bekleed, gelegen aan de zijde van het vestingwerk, ook wel binnengrachtsboord genoemd.

Synoniemen: escarpes

Face

De naar buiten gerichte schuine zijde van een bastion, ravelijn, flèche, redan of lunet.

Synoniemen: faces

Fort

Een gesloten en naar alle zijden verdedigbaar vestingwerk ter verdediging van strategisch gelegen gebieden en toegangen tot te verdedigen gebieden, met een eigen garnizoen, maar zonder burgerbevolking. Belangrijk om weten is wat de front- of voorzijde is, de kant vanwaar de vijand wordt verwacht, en wat de keel- of achterzijde is, de te verdedigen stadzijde.

Synoniemen: forten

Fortbebouwing

De op het forteiland gelegen gebouwen.

Forteiland

Het door de fortgracht omsloten ‘eiland’ waarop de fortgebouwen staan. Het eiland is in principe slechts via één (soms twee) bruggen bereikbaar.

Synoniemen: forteilanden

Fortgracht

De fortgracht omsluit het forteiland en is als hindernis bedoeld. De uitgegraven grond werd tegelijkertijd gebruikt om de wallen en gronddekking op het forteiland aan te leggen.

Synoniemen: fortgrachten

Garnizoen

De totaliteit van militairen die in een gemeente een vaste standplaats heeft, of de plaats waar men in garnizoen ligt.

Synoniemen: garnizoenen

Getenailleerde muur

Lange rechte muur waarvan de inspringende hoeken groter dan 90° zijn.

Synoniemen: getenailleerde muren

Glacis

De aarden helling die de bedekte weg aan de veldzijde dekt.

Habitatrichtlijngebied

Een speciale beschermingszone volgens Europese richtlijnen uit 1992 afgebakend om de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna in stand te houden. Deze gebieden maken deel uit van het Europees ecologisch Natura 2000-netwerk.

Synoniemen: Habitatrichtlijngebieden

Halve maan

Een in de hoofdgracht gelegen buitenwerk van een vesting, om de saillant van een bastion of ravelijn te dekken. De benaming is ontleend aan de naar binnen gebogen achterzijde (keel). Soms ten onrechte gebruikt voor ravelijn; niet te verwarren met demi-lune.

Synoniemen: halve manen

Holtraverse

Een traverse met een bomvrije remise.

Synoniemen: holtraversen

Hoofdfrontgebouw

Het gebouw dat onder het hoofdfront aan de voorzijde ligt.

Synoniemen: hoofdfrontgebouwen

Houtkant

Een lijnvormige strook grond die met bomen, struiken en kruiden begroeid is. Een houtkant wordt om de 5 tot 10 jaar gekapt, waarna de bomen en struiken terug uitschieten. Het kappen gebeurt best gespreid over een aantal jaren, zodat bijvoorbeeld vogels en zoogdieren steeds een onderkomen en voedsel vinden.

Synoniemen: houtkanten

Hybride fort

Een aantal forten die qua type varianten zijn op de Brialmontforten, maar die onderling veel van elkaar kunnen verschillen. Vaak zijn aarden wallen, bakstenen muren, betonnen gewelven en pantserkoepels toegepast.

Synoniemen: hybride forten

Interbellum

Een periode tussen twee oorlogen. Specifiek wordt ermee de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog bedoeld. Komt van de Latijnse woorden inter = tussen en bellum = oorlog.

Inundatie

Het gecontroleerd onder water zetten van een stuk land voor de verdediging van het achterliggende gebied. Over het algemeen zijn de inundaties niet dieper dan enkele decimeters: te diep voor voertuigen, maar niet diep genoeg voor vaartuigen.

Synoniemen: inundaties

Invasieve soort

Planten of dieren die van nature niet in Vlaanderen voorkomen. Meestal hebben ze hier geen natuurlijke vijanden, waardoor ze zich razendsnel kunnen vermenigvuldigen.

Synoniemen: invasieve soorten

Kat

Een vrijstaande, boven de wal uitstekende opstelplaats voor geschut. Deze opstelplaats kan variëren van een eenvoudig platform tot een volledig bastion.

Synoniemen: katten

Kazemat

1. Een ruimte in een vestingwerk die gedekt is tegen vijandelijk vuur en van een schietgat voorzien voor de opstelling van een vuurwapen; aanvankelijk deel uitmakend van een vestingwerk, later vrijstaand.
2. Een vrijstaande, meestal betonnen en tot een verdedigingslinie behorende opstellingsplaats voor geschut of mitrailleurs, veelal bunker genoemd, ook wel geschutkelder, kanonkelder of gekazematteerde batterij.

Synoniemen: kazematten

Kazerne

Het gebouw dat dient als verblijf van manschappen of officieren.

Synoniemen: kazernes

Keel

De achterzijde van een vestingwerk.

Synoniemen: kelen

Linie

Het geheel van elkaar ondersteunende forten, schansen en andere kleinere werken die tot doel hadden om de toegang tot een bepaald gebied af te schermen. Als men over een ‘stelling’ spreekt, bedoelt men ook een linie. Over het algemeen worden de wat kleinere linies aangeduid als een stelling.

Synoniemen: linies

Lunet

Een klein verdedigingswerk met twee facen en veelal korte flanken; doorgaans in de keel open, maar kan ook aan de achterzijde gesloten zijn. Komt voor als zelfstandig verdedigingswerk, maar ook als onderdeel van een linie. Soms ook wel aangeduid als ravelijn of halve maan, hoewel dit eigenlijk andere typen vestingwerken zijn.

Synoniemen: lunetten

Nationaal reduit

Een sterke vesting waar het leger zich terugtrekt bij een aanval van een buurland. Deze vesting biedt lang genoeg weerstand om (buitenlandse) bondgenoten de tijd te geven militair of diplomatiek te hulp te komen.

Omwalling

De verdediging van een stad met grachten, muren, bastions, torens en poorten.

Synoniemen: omwallingen

Polygonaal stelsel

Het vestingbouwkundig stelsel waarvan het tracé wordt gekenmerkt door de eenvoudige veelhoeksvorm met rechte zijden, die worden geflankeerd vanuit caponnières en/of contrescarpkoffers. Het is ontwikkeld in de 18de eeuw naar opvattingen van de Franse vestingbouwkundige Montalembert, als vervanging van het gebastioneerde stelsel.

Poterne

Een bomvrije gang die toegang geeft tot een versterking.

Synoniemen: poternes

Ravelijn

Een driehoekig of redanvormig buitenwerk, midden voor een vestingfront gelegen, om de courtine, toegangspoort en de schouderhoeken van de naastliggende bastions te dekken tegen vijandelijk vuur.

Synoniemen: ravelijnen

Redan

Een eenvoudige versterking bestaande uit twee wallen of muren die elkaar raken onder een hoek van 90 graden. Deze vorm kan zelfstandig voorkomen (als een simpele vorm van een lunet) of als onderdeel van een vestingwal.

Synoniemen: redans

Redoute

Een klein, geheel omsloten schans met alleen uitspringende en geen inspringende hoeken. Niet te verwarren met een reduit.

Synoniemen: redoutes

Reduit

De laatste zelfstandige verdedigingswerk waar de soldaten zich kunnen verschansen als alle andere verdedigingswerken al ingenomen zijn.

Synoniemen: reduits

Remise

De schuilplaats voor een artilleriestuk op de wal.

Synoniemen: remises

Saillant

Een uitspringend punt van een bastion of ander vestingwerk, waar de facen samenkomen.

Synoniemen: saillanten

Schans

Een kleinere versterking, zonder garnizoen. Deze definitie laat terecht veel ruimte, want forten en schansen kunnen onderling sterk verschillen wat opzet betreft en ook van plattegrond, soort bebouwing en materiaalgebruik.

Synoniemen: schansen

Schootsveld

Het gebied dat door een vuurwapen bestreken wordt.

Servitudewoning

Een houten huis in de buurt van een fort. Rond elk fort, schans of omwalling was er een schootsveld afgebakend waarbinnen men geen stenen gebouwen mocht oprichten. In vredestijd mocht men er wel houten woningen bouwen. Maar bij oorlogsdreiging werden die snel afgebroken om het zicht vanuit het fort op het omliggende gebied te verbeteren.

Terreplein

Het vlakke terrein binnen een bastion, fort of vesting.

Synoniemen: terrepleins

Traditorebatterij

De batterij die in de flank of rug van de vijand vuurt. Plek voor het geschut om aan de keelzijde de fortgracht onder vuur te nemen. Vanuit het terrein vóór het fort (langs de vijandzijde) niet zichtbaar en moeilijk trefbaar.

Synoniemen: traditorebatterijen

Traverse

De dwarswal op een verdedigingswerk om dekking te verschaffen tegen vuur uit zijdelingse richting.

Synoniemen: traversen

Vesting

Een versterking waarin ook een burgerbevolking verblijft.

Synoniemen: vestingen

Wal

Een langgestrekte opgeworpen ophoping van grond met een bepaald profiel rondom een vesting, om die tijdens een oorlog te beschermen, soms ook de op een opgeworpen ophoping gebouwde stadsmuur.

Synoniemen: wallen

Zwermgedrag

Tussen eind juli en begin oktober trekken veel vleermuizen naar specifieke plaatsen, dikwijls in of rond de overwinteringsplaatsen. Tijdens het verkennen van de overwinteringsplaatsen vliegen de vleermuizen in cirkels en grillige vluchten door en rond mekaar. Dit noemt men zwermen. De zwermplaatsen zouden een belangrijke rol spelen bij de voortplanting van deze soorten.